100%NL Magazine doorzetter
Delen

Doorzetter Diede: ‘Wow, ik heb gewoon een kinderdagverblijf in Oeganda!’

Tijdens haar reizen naar Oeganda zag Diede (25) dat veel kinderen in weeshuizen belandden terwijl ze gewoon een moeder hebben. Als je nu eens niet de weeshuizen maar de moeders sponsort, moet dat anders kunnen, dacht ze. Dat werd de start van het bijzondere project Mama&Me.

Vlak voor het interview heeft ze een dansje in haar woonkamer gemaakt omdat de Rotary een toezegging heeft gedaan voor een geldbedrag. Tegelijkertijd maakt ze zich zorgen om Olivia die de boel ter plaatse bestiert en vandaag in het ziekenhuis is opgenomen. Het gevoel van Diede om iets voor een ander te willen doen, zat er al jong in. “Toen ik een jaar of 5 was, was een oom van mij leraar in Zimbabwe. We schreven briefjes naar de kinderen en kregen briefjes terug. Er is ons altijd geleerd dat niet iedereen het zo goed heeft, maar dat is er verder niet ingewreven. Ik had gewoon het idee: er moet iets te doen zijn waar je mensen blij mee kunt maken.” Dus in plaats van met leeftijdgenoten, zon, zee en strandvakanties te houden, vertrekt Diede in 2011 – ze was toen 22 jaar – voor het eerst naar Oeganda. “Sommige mensen vinden dat misschien raar, maar als ik dit kan doen, waarom zou ik dan in een club op Ibiza gaan zitten? Dat is gewoon een verschil in smaak. Ik had toen al zoiets van: vrijwilligerswerk is leuk, maar het is vaak ook niet goed. Ik heb geen huizen gebouwd of dingen gedaan, maar ben vooral gaan kijken. Heel veel mensen ontmoet, veel gepraat. Dat vond ik zo leuk dat ik een tweede keer ben gegaan om her en der bij stichtingen te kijken. Bij een van die stichtingen kwam een moeder aan de deur met een heel zieke baby. Die hebben we naar het ziekenhuis gebracht en van daaruit is hij in een weeshuis terecht gekomen. Ik heb hem nog gezien en hij is daar echt niet beter af. Als we die moeder hadden kunnen coachen, dan had hij bij haar kunnen blijven. In Oeganda wonen veel kinderen in weeshuizen, terwijl ze gewoon ouders hebben. Ik ken een fantastische vrouw met vier kinderen, de eerste kreeg ze op haar 18de – uit een verkrachting. Dat kindje zit in een weeshuis en zij wil het dolgraag terug. Maar er is niemand die zich daar om bekommert. Want in dat weeshuis wordt voor dat kindje netjes 50 dollar per maand gestort door sponsoren. Terwijl zijn moeder met dat bedrag makkelijk voor wel drie kinderen kan zorgen!

Dat idee ging niet meer uit mijn hoofd. De derde keer dat ik ging, wilde ik van mijn eigen geld drie moeders sponsoren in plaats van één kind in een weeshuis. Maar op de eerste meeting kwamen 30 moeders! Toen dacht ik wel even: wat heb ik nou weer bedacht? Ik was daar om aan mijn eigen plan te werken. Ook omdat ik naast hele goeie ook hele slechte organisaties heb leren kennen. De organisatie waar ik toen tegen betaling logeerde bleek uiteindelijk een slechte te zijn en omdat ik vragen stelde waarop zij het antwoord niet wilden geven, werd ik van de ene op de andere dag op straat gezet. Toen heb ik wel een potje gejankt. Niet alleen was ik de plek kwijt waar ik de moeders ontmoette, ik werd ook bang. De vrouw die daar de leiding had – een Nederlandse – die spoorde niet. Uiteindelijk ben ik met andere vrijwilligers in de sloppenwijk gaan wonen. Het was een stenen huisje, wel met een bed maar zonder wc en douche. Achteraf merkten we dat het ook als bordeel gebruikt was. Maar als je daar zit, heb je dat gewoon te trekken. Je gaat dan niet de vakantiepolitie bellen. Ondertussen was ik al anderhalve maand met die meiden bezig en moest ik onze meetings verplaatsen. We waren gedegradeerd tot een plek onder een boom en ik was bang dat niet iedereen die plek zou kunnen vinden en er niemand meer zou komen. Maar ze kwamen allemaal! En als zij nog steeds komen op hun blote voeten en er hoop in hebben, dan heb ik dat ook. Het grootste probleem is dat de moeders vanwege de kinderen niet kunnen werken. Dus ik dacht: waarom zetten we niet 5 kinderen bij één moeder, dan kunnen die anderen wel gaan werken. We begonnen in hun eigen huizen, of nou ja, een ruimte van 3 bij 3 in de sloppenwijk. De oppasmoeder kreeg salaris, de kindjes medische zorg en de moeders kwamen netjes een dag van tevoren eten halen voor de kids. Maar die situatie was niet echt hygiënisch en veilig, dus binnen twee maanden hebben we een kamer gehuurd en afgelopen zomer zijn we verhuisd naar een huis.

Inmiddels wordt alles in het huis geregeld door twee jonge Oegandese social workers Olivia en Pete, die dat fantastisch doen. Er nemen 45 kinderen deel aan het project, van wie er dagelijks gemiddeld 22 worden opgevangen door de moeders, die om beurten zelf babysitter zijn. Ze wonen in Masese, een enorm grote sloppenwijk, en zijn voornamelijk Karamojongs. Een stam die tegen de grens van Soedan woont, maar deels gevlucht is vanwege droogte, hongersnood en burgeroorlog. “Het leven is daar zo hard dat meisjes vooral leren om weg te rennen. Want als ze ‘gepakt’ wordt door een man, dan moet zij hem trouwen. De mensen gingen elkaar met geweren te lijf en er werden veel kindsoldaten geronseld. Alleen maar ellende. Door te vluchten hopen die meiden op verbetering, maar dat valt tegen. Zij kennen de taal niet, kunnen vaak niet lezen en schrijven en worden door andere Oegandezen gediscrimineerd. Bij Mama&Me hebben ze ineens een baan en ze voelen zich dan zo belangrijk. De vrouwen die hun kinderen wegbrengen kunnen gaan werken. Wat zij vooral doen is grote zakken rijst sorteren − de steentjes er uit halen − en daar verdienen ze een euro per dag mee. In het babysitter centre is het overigens maar net meer, maar daar krijgen ze ook te eten. En we proberen ze te ‘empoweren’ zodat ze ook ander werk kunnen gaan doen. Ze kunnen bij ons sparen en als dat genoeg is, wordt het aangevuld met een microkrediet. Daar kunnen ze bijvoorbeeld een zak met kleding voor kopen die weer verkocht wordt. Dat is voor het eerst in hun leven dat zoiets zo dichtbij is. En het gaat maar om 45 euro!

We kijken echt heel goed wie dat geld krijgt. In het begin moesten we regels stellen. Met schone kleren aan naar het project komen, dus niet vol viezigheid − en dan heb ik het niet eens alleen over de kinderen. Niet vechten onderling, en nog steeds zijn we alert op alcoholmisbruik. Daardoor is ook een aantal moeders afgehaakt en dat vind ik super moeilijk, want die kindjes hebben nog steeds hulp nodig. In het begin lieten we ze ook 15 cent betalen voor de opvang. Ook om zo diegenen die er een lolletje van maken, uit te filteren. Maar dat geld hebben ze gewoon niet. We zijn er mee gestopt en nu ze oppassen en een beetje kunnen sparen, zijn ze spontaan weer aan het betalen geslagen… zonder dat iemand daar om vroeg! Van de sieraden die ze maken en die hier in Nederland via onze organisatie worden verkocht, krijgen ze een bonus van 10%. De rest gaat naar schoolgeld voor hun kinderen. De eersten gaan in januari starten. Ik wil de moeders heel erg in hun waarde laten. Ze zijn niet de zielige moedertjes die geholpen moeten worden. Door ze verantwoordelijkheid te geven en bijvoorbeeld toestemming te vragen of we hun foto’s mogen gebruiken, voelen zij zich heel belangrijk en dat zijn ze ook.” Ondertussen onderhoudt Diede via Facebook dagelijks contact met Olivia en Pete en hoort ze zo over de moeders. Zij houdt zich hier bezig met fundraising en regelt alles wat er maar nodig is. Daarnaast werkt ze 32 uur per week als logopedist: “Het is eigenlijk niet te doen. Maar een van mijn banen – in het bijzonder onderwijs – is invalwerk, dat stopt over een week en dan ben ik van plan keihard met Mama&Me te gaan knallen. Daar heb ik heel veel zin in. Dan maar even zelf op een houtje bijten. Als logopedist mis ik soms de uitdaging en ik heb nog een miljoen plannen voor mijn leven.

Naast het voeden van de kindjes en het coachen van de moeders, speelt ook de medische zorg een grote rol in Diedes project. Want hoewel de vaders grotendeels uit beeld zijn, vermoedt Diede dat deze ’s avonds wel aanwezig zijn. “Bijna alle moeders zijn vanuit zichzelf via ons aan de prikpil gegaan. Dat kost 30 cent voor drie maanden. En dat heeft er voor gezorgd dat van de 30 moeders er maar één zwanger is geworden in een jaar tijd! Ooit vroeg een meisje of ik haar abortus wilde betalen. Het is daar illegaal en gevaarlijk. We hebben met haar gepraat en beloofd haar te helpen en na de bevalling de prikpil voor haar te regelen. Een ander meisje is 15 en bevalt ongeveer vandaag. Wat ik heel fijn vind, is dat ik nu ook in Nederland iemand heb met ik dit soort dingen kan delen. Ik heb Minoesch in Oeganda ontmoet dus zij weet ook echt waar ik mee bezig ben. Wat ook goed werkt, is dat we allemaal jonge mensen zijn die het project draaien. En geen geloofsovertuiging eraan hangen. Zo van: ‘we zijn niet alleen blij dat hij twee kilo is aangekomen, maar hij heeft zich ook bekeerd’. De deur staat open voor iedereen. De moeders zelf noemen het de Mama&Me family. Ze hadden eerst helemaal geen netwerk. Het was ieder voor zich. Nu zijn er drie of vier moeders per dag aan het oppassen en komen anderen een praatje maken. Dat vinden ze heel stoer. Ik wil veel bij hun zelf laten zodat ze later zonder ons verder kunnen. Maar het blijft lastig, je hebt te maken met huisbazen en corrupte politieagenten. Als zij zeggen: ‘je moet het huis uit’, dan heb ik geen poot om op te staan. Ik dacht altijd: ze moeten eten en medische zorg hebben. Maar veel belangrijker is nog dat ze mogen bestaan.

Dat er naast haar werk en deze tijdrovende ‘hobby’ weinig tijd overblijft voor andere bezigheden is duidelijk. Maar dan is het wel fijn als de mensen om je heen daar begrip voor hebben. En hoe lastig is het om geld aan jezelf uit te geven, als je zo goed weet wat een klein beetje geld daar aan verschil kan maken? “Ik geef wel geld uit aan mezelf en voel me daar niet schuldig over. Ik ben me d’r wel bewust van. Naast de sloppenwijken staan villa’s, ook van Oegandezen. Toch heb ik er de eerste keer wel last van gehad. En ja, misschien moet ik er vaker op uit gaan, of op zoek gaan naar een vriend. Maar dan ben ik met een leuke jongen en heeft hij het over zijn motor ofzo en dan denk ik: mwah, toch een andere golflengte. Ik heb dus geen vriend en geen kinderen, maar ik zorg er al wel een jaar voor dat 35 kinderen te eten hebben, dat verandert je een beetje. Aan de andere kant hou ik ook afstand van die kinderen. Ik wil dat Olivia dat contact heeft en ze haar als hun voorbeeld zien. Ook voor mijn ouders is het soms moeilijk. Zij vinden het natuurlijk wel mooi, maar soms ook eng. Mijn vader is twee keer mee geweest, hij snapt het nu beter en is niet meer bang. Wat ik overigens wel lastig vond, was dat ik met hem op safari ging – daar mijn geld aan uitgaf – terwijl die kinderen daar zo zitten. En toen raakten we ook nog betrokken bij een ongeluk waarbij de doden door de lucht vlogen. Het is daar bloedlink. Niet in de zin van: mensen gaan mij ‘pakken’, maar in het verkeer. Nou zijn die Karamajongs wel een verhaaltje apart, maar over het algemeen zijn Oegandezen hele humoristische, vriendelijke mensen. Ik weet niet welke kant het opgaat en ik moet vast meer sport en uitgaan op mijn ‘to do list’ zetten, maar dit is míjn hobby. Je vraagt toch ook aan niemand: waarom hockey je? Maar af en toe denk ik wel ineens: wow, ik heb gewoon een kinderdagverblijf in Oeganda!

 

Delen