Hoe het allemaal begon
Toen Kim zeven jaar oud was begon zij met turnen. Dit deed zij bij een gymvereniging bij haar in de buurt en na een tijdje ook samen met haar zusje. Dit vonden zij beiden erg leuk. De gymjuf zag hun talent en regelde dat zij bij de grote club in de buurt mochten gaan trainen. Zonder te weten wat het inhield begonnen ze in het jong-talent groepje van de grote club. Daar werd duidelijk anders getraind dan wat zij gewend waren. Ook waren de trainers een stuk strenger. Kim: ‘We begonnen met een paar uurtjes per week trainen, maar dat werden er al snel meer, waardoor ons leven alleen nog maar in het teken van het turnen stond. Ik had nauwelijks tijd om kind te kunnen zijn. Er was weinig tijd om af te spreken met vriendinnetjes. Als ik wel kon afspreken, was ik altijd bewust van het turnen. Ik speelde voorzichtig, uit angst om blessures op te lopen. Als jong kind werd ik dus al heel erg bewust van het turnen en het belang ervan.’
Geen plezier meer
Ondanks dat Kim het turnen in het begin zo leuk vond, is er toch een omslagpunt gekomen. Wanneer dit precies was vindt zij lastig om te benoemen. ‘Ik vond deze manier van trainen al snel niet meer leuk, maar ik zat al zover in dat systeem dat ik er niet zomaar uit kon stappen. Ik keek op tegen mijn trainers, was bang voor ze en voelde een enorme loyaliteit ten opzichte van mijn ouders. Zij staken er ook veel tijd in. En dus trainde ik door. Het was een hele dubbele situatie’, aldus Kim.
Achteraf bekeken
Des te meer Kim ging trainen, des te meer de negatieve situatie met de trainers ging spelen. Zij probeerden de turnsters steeds verder en verder te drijven en het ging enkel en alleen om de prestaties. Kim: Ik vond alles een beetje spannend en eng. Als je dan in een gezonde omgeving zou zitten, zou je iemand hebben die je daarmee helpt. Iemand die je helpt om stapje voor stapje je grens te verleggen en een oefening uit te voeren. Zij oefenden juist een bepaalde druk uit door te schreeuwen, met dingen te gooien of mij alleen te laten als ik iets niet durfde. Alles om er maar voor te zorgen dat ik de oefening alsnog zou doen en uit angst deed ik de oefening dan ook. Als ik een blessure had werd hier eigenlijk vrijwel nooit naar geluisterd. De trainers bepaalden wat ik wel en niet mocht voelen, en daar hoorde pijn niet bij. We moesten elke woensdag vet meten en wegen. Als je te ‘zwaar’ woog of je vetpercentage te hoog was, werd je hiervoor gestraft. Vaak moest je dan extra krachttraining doen, die eigenlijk veel te zwaar was. het was een hele negatieve aanpak. Daardoor raakte ik helemaal van mezelf verwijderd.’
In de periode dat Kim en haar zusje turnden, heeft er ook een aantal keer seksueel grensoverschrijdend gedrag plaatsgevonden vanuit de trainers. Ook hierover deelt zij haar heftige ervaringen: Kim: ‘Ik vind het ontzettend belangrijk om te benoemen dat er ook seksueel grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden. Dit gebeurde bijvoorbeeld tijdens het stretchen. De trainers zaten dan bovenop ons en als we ‘stop’ zeiden duwden zij nog even extra door. Of ze trokken ons net iets te dicht in hun kruis. Ook had één van de trainers een sauna en hij nodigde ons regelmatig uit om te komen ‘zwemmen’. Mijn ouders brachten ons daar dan heen, niet wetende dat mijn andere trainer naakt mee de sauna in ging en dat er naast hem ook nog andere mannelijke bezoekers waren die wij niet kenden. Zonder onze ouders zaten we daar als jonge meisjes tussen al die volwassen naakte mannen die ons aanraakten, in het water gooide en met ons speelde. Een hele verwarrende situatie.’
Naast de negatieve aanpak van de trainers, bleek één van hen een aantal meisjes seksueel te hebben misbruikt, waaronder het zusje van Kim. Hij werd daarvoor veroordeeld, maar kwam hen na zijn straf regelmatig opzoeken. Dan probeerde hij de turnhal in te komen of stond in het publiek te kijken wanneer ze als turnsters wel eens optraden in de buurt.
Delen met anderen
Diep van binnen had Kim altijd al het gevoel dat, dat wat er gebeurde tijdens het turnen nooit had mogen gebeuren, maar alles werd door iedereen om haar heen genormaliseerd. “Dit hoort gewoon bij topsport, stel je niet aan”, kreeg ze vaak te horen. Kim: ‘Als jong kind weet je natuurlijk niet wat normaal is en wat niet. Het gebeurde met alle meiden uit onze groep. Toch spraken we daar niet met elkaar over. We waren als groep uit elkaar gedreven door onze trainers. De meiden die goed presteerden werden de hemel in geprezen de anderen werden genegeerd of gekleineerd en hierdoor ontstond er afstand tussen ons. Als ik voor mezelf mag spreken heb ik me daarin heel erg eenzaam gevoeld. En nu eigenlijk nog steeds, dat blijft altijd een rol spelen in mijn leven.’
Ondanks dat Kim samen met haar zusje trainde, spraken zij nooit met elkaar over dit onderwerp. ‘Ongeveer 3 jaar geleden ben ik samen met haar geïnterviewd hierover. Een week daarvoor zeiden we tegen elkaar: “We hebben volgende week dat interview, maar hebben het er nog nooit met elkaar over gehad. Misschien is het wel slim om dat nu toch even te doen.”
Bekentenis
Een paar jaar geleden is er een persconferentie geweest van de turnbond, naar aanleiding van alle verhalen die naar buiten kwamen. Toen ontdekte zij dat er een meldpunt was voor grensoverschrijdend gedrag in de sport. Centrum Veilige Sport Nederland. Het ging hier niet Kim om haar eigen trainer, maar wel eentje die zij kende. Kim: ‘Het is dus toch waar wat ik al die tijd voelde’, was hetgeen dat ik dacht. Het hoorde blijkbaar toch niet allemaal bij topsport, maar het was me wel overkomen. Ik vond het best wel confronterend dat ik 30 jaar lang gedacht had dat dit allemaal oké was. Er kwam vooral boosheid, maar ook verdriet in me naar boven. Later werden er ook nog een aantal artikelen online gezet waarin turnsters hun verhaal vertelden. Er waren dus nog meer meiden die hetzelfde hebben meegemaakt als dat ik heb. Ergens wist ik dat natuurlijk wel, maar dit was voor mij echt een bevestiging dat ik niet alleen was.’
Eerste stappen
Kim: ‘Nadat ik de bekentenis gehoord had, luisterde ik naar een persconferentie en toen ontdekte ik dat er een meldpunt was voor grensoverschrijdend gedrag. Ik heb vervolgens mijn verhaal naar hen gemaild en kreeg een intakegesprek met een case manager. Hij gaf me een aantal opties om mijn herstel te kunnen starten. Via hem kwam ik in contact met een klinisch psycholoog en samen met haar begon ik aan het ontrafelen van mijn trauma. Ik keek met haar mijn pijn, mijn verdriet en mijn boosheid in de ogen. Naast dat mijn trauma mentale gevolgen had, had het ook fysieke gevolgen. Mijn trauma had zich vastgezet in mijn lichaam. Samen met een somatic-experience therapeute ben ik ook naar dat stuk van mijn trauma gaan kijken. De therapie met mijn psycholoog is inmiddels afgerond, maar de somatic-experience therapie volg ik nog steeds.’
‘Naast de therapie heb ik ook een melding gedaan bij het tuchtrecht. Samen met een vertrouwenspersoon van Centrum Veilige Sport Nederland die me daarin begeleidde. Dat was een heel zwaar traject, her-traumatiserend. Maar ik was enorm blij met de hulp die ik kreeg van mijn vertrouwenspersoon’, aldus Kim.
Reacties van omgeving
Het moment dat dit nieuws naar buiten kwam, was voor Kim ontzettend heftig. Niet alleen dat ene moment, maar ook de periode die volgde… ‘Toen dit allemaal naar buiten kwam ging ik een zware tijd tegemoet. Gelukkig steunt mijn man mij altijd. Hij is er voor mij en daar heb ik heel erg veel aan. Ook mijn vriendinnen steunden mij. Mijn zusje had natuurlijk in dezelfde situatie gezeten, dus soms vinden we elkaar daar wel in. Niet altijd, het is ook wel eens lastig om met elkaar over te praten. Ik ben vooral blij met de momenten dat we wel die verbinding met elkaar hebben. Het turnen heeft een grote impact gehad op ons gezin Ondanks dat, doet iedereen wat in zijn of haar macht ligt om mij en mijn zusje te ondersteunen in onze verwerking. Dat is heel erg fijn’, aldus Kim.
Uitbeelden
Ieder mens heeft een andere manier van omgaan met moeilijke gebeurtenissen. Zo ook Kim. Zij is begonnen met het maken van een graphic novel, waarin situaties waar zij in heeft gezeten worden uitgebeeld. In het boek beschrijft zij ook wat de impact daarvan is geweest en hoe zij daarvan aan het herstellen is. Kim: ‘In het begin werd ik overspoeld met allerlei verschillende gevoelens. Ik ben toen gaan tekenen om grip te krijgen op wat ik allemaal voelde. Dat deelde ik met wat mensen om me heen. De reacties die ik daarop kreeg waren vaak erg positief en mensen vonden het fijn om te zien hoe ik het allemaal in beeld bracht. De tekeningen leggen precies uit wat ik met woorden niet kan uitleggen. Toen ik doorkreeg hoe positief het werd ontvangen door mijn omgeving en hoe fijn het voor mezelf voelde, ben ik steeds meer gaan uittekenen. Ik kon nu eindelijk aan mensen uitleggen wat er zich afspeelde in mijn hoofd. Dit zorgde voor meer begrip. Als je zo’n verhaal met woorden vertelt zien de meeste mensen gewoon een volwassen persoon voor zich, maar ik zat natuurlijk als kind in die situatie. Voor mezelf was dit soms ook erg confronterend. Ik zag mezelf als klein meisje dan weer in die situaties verkeren. Vooral nu ik zelf kinderen heb is dat verschrikkelijk om over na te denken.’
Kim heeft het in haar boek vooral over wat er gebeurd is, de impact en het herstel. Ook heeft zij een Instagram account waarop ze actief is. Op dit account probeert zij de mensen vragen te stellen zoals: wat zou jij doen in die situatie, hoe zou je reageren, wat zou je doen om het te voorkomen en hoe kun je het normaal maken dat er wordt gesproken over grenzen binnen de sportwereld? Kim vindt het belangrijk dat mensen hierover in gesprek gaan met elkaar. Zij deelt immers alleen haar eigen ervaringen, maar iedereen pakt zoiets natuurlijk anders aan.
Belangrijke boodschap
Eigenlijk voor iedereen, maar vooral voor mensen die hetzelfde meemaken of mee hebben gemaakt als Kim, heeft zij een belangrijke boodschap: ‘Als het gaat om topsport denk ik dat het vooral belangrijk is dat je heel goed nadenkt over wat het nou eigenlijk betekent. Daarnaast is het ook belangrijk om hierover goed in contact te blijven met je kind. Je moet hele bewuste keuzes gaan maken als ouder, maar ook als kind. Bijvoorbeeld als het kind meer gaat trainen; wat betekent dit dan? Het begint met maar twee uurtjes meer trainen in de week, maar wat moet je hiervoor laten? Sporten moet leuk zijn voor kinderen. Als een kind plezier heeft in het sporten dan ligt er een goede basis voor topsport. Wanneer een kind plezier heeft, kan het leren. En topsport is voor niet veel kinderen weggelegd. Er is maar een klein groepje wat die top behaald. Des te belangrijker is de focus op plezier.’
Voorkomen?
Kim: ‘Ik denk dat het heel moeilijk is om dit in de toekomst helemaal te kunnen voorkomen. De essentie van sport is presteren. Zowel in de topsport als in de amateursport. Zolang plezier daar geen groot onderdeel van is, denk ik dat we nog een lange weg te gaan hebben. Het is lastig om dat om te gooien. Ik denk dat daar nog heel veel te doen is en dat er daarvoor ook echt naar de essentie van de sport gekeken moet worden. Er is heel veel samenwerking nodig om daar een goede oplossing voor te bedenken. We leven in een prestatiemaatschappij, dus het is overal om ons heen te vinden.’
Mentaliteit trainers
Verandering moet vanuit het hele systeem komen. Dat systeem verander je niet zomaar. Maar als ouders kunnen we al een begin maken. Vraag bijvoorbeeld eens naar een VOG van de trainer. Echter denk ik dat het heel moeilijk is om binnen een sport structurele veranderingen te brengen. Het is niet onmogelijk, maar de ouders en kinderen zijn beter bereikbaar om mee te praten. Wat ik wel vind is dat er strengere regels moeten komen voor de opleiding van de trainers. Je moet tenslotte om voor de klas te staan ook gewoon een diploma hebben. Alleen een certificaat voor goed gedrag voldoet dan niet naar mijn mening, daar komt veel meer bij kijken, maar vragen naar een VOG is al een begin. Er is natuurlijk geen pasklaar antwoord voor wat er dan moet gebeuren, maar dát er iets moet gebeuren is wel duidelijk.’
Kim: ‘Het is ook het feit dat trainers die in mijn tijd lesgaven, tot voor kort nog steeds in de zaal stonden. Zij hebben in die tijd mensen opgeleid, die mensen hebben weer anderen opgeleid en zo gaat dat natuurlijk door. Die manier van lesgeven wordt dus steeds doorgegeven en dat maakt het dus ontzettend lastig om dat eruit te krijgen.’
Impact
Ondanks dat Kim maar een klein deel van haar leven heeft geturnd, heeft dit toch een blijvende impact. Kim: ‘Ik vind het ontzettend belangrijk om te praten met mensen over de impact die het op mij heeft gehad. Ik heb 5 jaar op hoog niveau geturnd, maar het speelt de rest van mijn leven een rol. Het is ook niet iets waar je even therapie voor kunt nemen en dat het daarna allemaal weer prima is. Je kan er wel mee leren omgaan, maar je blijft getriggerd worden en dat trauma draag je voor altijd met je mee.’