Tutu (20) is Krajicek Scholarshipper “Als ik er niet ben, vragen ze: Waar is Toet”
Delen

Tutu (20) is Krajicek Scholarshipper “Als ik er niet ben, vragen ze: Waar is Toet”

Tien jaar geleden verhuisde Tutu (20) van Ghana naar de Utrechtse wijk Overvecht. ‘Ik kende er niemand’, zegt hij, ‘en ik ben ook geen prater.’ Maar Tutu had wel een voetbal én talent. Al snel wisten de jongeren in de buurt wie hij was. Nu studeert hij MBO Sport en is hij Krajicek Scholarshipper. Op zijn vrije dag vragen kinderen op de Playground: ‘Waar is Toet?’

Gewoon aardig

Utrecht telt zeven Krajicek Playgrounds. Twee ervan kent Tutu goed. Eentje is vlak bij zijn huis in Overvecht. ‘Daar voetbalde ik vroeger altijd’, zegt hij.  Bij de andere – Playground Abstederdijk – kwam hij iedere week om te trainen. Ik vertelde dat ik een stageplek zocht, toen zei mijn trainer: Waarom kom je niet hier? We kunnen je goed gebruiken. Na een babbel tussen mijn trainer en de buurtsportcoach, kreeg ik de kans om Scholarshipper te worden. Ik zei meteen ja, want mijn plan is om trainer-coach te worden. Alle ervaring die ik kan opdoen bij de Krajicek Foundation is mooi, toch? En staat goed op mijn CV.’

Voetballende vaders

Over de meerwaarde van de Krajicek Foundation voor de buurt is Tutu heel helder. ‘Voordat Playground Abstederdijk werd aangelegd, speelden de kinderen helemaal niet buiten. Ook ouders spraken elkaar nauwelijks’, Daar hebben we als team verandering in gebracht. Nu weet iedereen de weg naar de Playground’, zegt hij trots. ‘We organiseerden activiteiten en nodigden de buurt uit via Facebook. Dat doen we nog steeds. Ook op de Playground zelf kunnen kinderen en ouders de planning bekijken. Vaders voetballen nu met hun kinderen en buren zoeken elkaar op.’ Door corona veranderde dat even. ‘We mochten niet dicht bij de kinderen komen. Begeleiden moest vanachter het hek. Dat was raar, maar lukte wel. Ook namen ze hun eigen bal mee. Eigenlijk zijn alle spullen te leen bij de Playground, maar toen dus even niet.’

Rolmodel

Tutu is een rolmodel voor veel jongeren in de wijk, maar ziet hij dat zelf ook zo? ‘Ja, op zaterdag’, zegt hij. ‘Als ik er niet ben, vragen ze: Waar is Toet? Dan word ik gemist. Soms krijg ik een bel: Kun je vandaag extra komen om mee te doen?’ Tutu is even stil en zegt dan wat zachter: ‘Soms willen de kinderen helemaal niet naar huis. Ze willen blijven. Om te spelen en te praten over voetbal. Wie gaan er winnen vandaag? Ze willen dan mijn mening hebben. In dat praten ben ik wel beter geworden. Vroeger was ik echt verlegen. Nu durf ik meer. Door de cursussen van school en de Krajicek Academy geef ik nu zelfs les.’

Wil jij iemand net als Tutu ook een handje helpen en gelijk kansen bieden? Word dan donateur of geef een eenmalige bijdrage aan de Krajicek Foundation.

Delen