100%NL Magazine Natas
Zie ook:
Delen

Natas: ‘Gaandeweg komen er steeds meer beren op mijn pad’

Natasja (54) woont met haar man Julian (58), dochters Mila (19) en Shanna (16) en hond Ruby onder de rook van Amsterdam. Wekelijks schrijft zij over wat er speelt op werk, thuis, onder collega’s vrienden, familie en vage kennissen. Deze week is Julian in het buitenland en moet ze met haar dochters de hond en het huishouden verzorgen.

Het is een rare week, Julian is weg, tien hele dagen, en dat is aan de ene kant heerlijk en andere kant ook best stom. Ik zak weg in een passiviteit die eigenlijk niet bij me past, maar die ik me eigen maak omdat ik het zo lekker vind om alleen te zijn en niets te doen. Maar naarmate de dagen vorderen merk ik dat ik daar dus echt helemaal niet van opknap. Ik ga zitten piekeren, zie problemen die er niet zijn en probeer mijn ogen te sluiten voor problemen die er wel zijn. Gaandeweg komen er steeds meer beren op mijn pad. Ik merk dat ik heftig reageer en dingen doe die ik juist afkeur als andere mensen ze doen. Mensen niet in hun waarde laten. Het feit dat corona de kop weer opsteekt en er weer nieuwe maatregelen aan zitten te komen, speelt mee. Ik ventileer mijn mening te heftig en begin te lijken op andere gekken die hun gelijk willen halen. Een collega op het werk stoort zich er terecht aan. Een andere zegt ‘je moet gewoon iedere keer dat je het woord corona hoort aan spaghetti denken’. Briljant idee in mijn geval, ik denk al de hele dag aan spaghetti en veel dikker dan dit moet ik echt niet worden. Maar ik snap waar ze heen wil en ik probeer mee te gaan. Ik ben iemand geworden die ik niet wil zijn en daar moet aan gewerkt worden.

Iedereen drinkt met iedereen

Op vrijdag hebben we een Bierfeest in het dorp. Met een grote groep vrienden gaan we erheen allemaal in vol ornaat; dirndls, lederhosen, blonde vlechten en hoedjes met veren. Zelf heb ik me er gemakkelijk vanaf gemaakt met een T-Shirt met dirndl print inclusief enorme boezem. Het staat ronduit verschrikkelijk, maar lollig is het wel. Gelukkig zie ik in de tent dat niemand er lekker afgekleed uitziet in deze outfits. Het is de eerste keer sinds – nou ja spaghetti – dat ik weer ergens ben met zoveel mensen. Ik heb dat niet perse gemist, maar ik vind het wel heerlijk. Het bier vloeit rijkelijk en iedereen drinkt met iedereen. Jong, oud. Het voelt als een eenheid, niemand heeft het ergens over en de grote gemeenschappelijke deler is dat iedereen teveel heeft gedronken.

Deze hebben we lekker meegepakt

De volgende morgen moet Shanna zo vroeg een wedstrijd spelen dat de verlichting op de velden aangestoken moet worden. Ik draai me nog een keer lekker om, als ik me realiseer dat Julian er nog steeds niet is en ik die hond wéér moet uitlaten. Ik krijg bij de puberdochters niet echt de handjes op elkaar voor de vroege uitlaat. Al met al hebben we het samen prima opgepakt en ben ik zelf zo stom geweest om mezelf voor deze ochtend op het schema te zetten. Het miezert maar ik zet een grote zonnebril op en laat met een grote grijns op mijn gezicht de gebeurtenissen van gisteravond de revue passeren. Misschien mag het binnenkort niet meer, maar deze hebben we toch even lekker meegepakt. En morgen komt Julian thuis!

Delen