“Ergens in december van het jaar 2000 – ik was zestien jaar – was ik met mijn moeder kleding aan het shoppen voor de feestdagen. Ik keek vooral uit naar oudjaar. We hadden met twaalf vrienden een tafel gereserveerd in de leukste kroeg van het dorp, café ’t Hemeltje, en het beloofde groot feest te worden”, begint Simon zijn verhaal. Simon vond het een welkome afleiding na het overlijden van zijn vader een jaar daarvoor.
“Net na twaalf uur ’s nachts, dus in de eerste minuten van 01-01-’01, werden er in ’t Hemeltje – waar intussen veel te veel jongeren opeengepakt stonden – vuurwerksterretjes uitgedeeld en vervolgens aangestoken. De nog aanwezige kerstversiering vatte vlam, en in een mum van tijd veranderde het plafond in een vuurzee”, vertelt Simon
“We zaten als ratten in de val. Ik had al wat uurtjes zitten pimpelen en misschien kwam het daardoor dat ik heel rustig werd. In alle kalmte bedacht ik dat warmte opstijgt, en dat het dus slimmer zou zijn dicht bij de grond te gaan zitten. Maar alles ging te snel. Het werd ineens pikdonker, er klonk geschreeuw, en alle zuurstof werd binnen enkele seconden uit de ruimte weggezogen. Ik zag op dat moment de krantenkoppen van de volgende dag al voor me: Honderden doden in Volendam. Meteen dacht ik eraan dat mijn moeder en mijn zus er nooit overheen zouden komen als ik zou sterven, een jaar na het overlijden van mijn vader.”
Simon kreeg het voor elkaar om achter de bar te schuilen. Daarna kwam gelukkig hulp. “De ramen in de pui werden ingeslagen. Het zorgde voor frisse lucht en grote opluchting. Pas toen zag ik hoe groot de ellende was. Het zijn beelden die ik nooit zal vergeten. Mijn vrienden en ik hielpen waar we konden, totdat de inmiddels gearriveerde brandweer ons zei te vertrekken.”
Ook de vrouw van Simon, Annemarie, was die nacht aanwezig in ’t Hemeltje. Daarom besloten ze om jaarwisselingen nooit meer in Volendam te vieren. Met dit jaar als uitzondering. “De komende jaarwisseling zitten we echter noodgedwongen thuis. Samen zullen we proosten op het nieuwe jaar. Samen zullen we ongetwijfeld ook even terugdenken aan twintig jaar geleden, en samen zullen we dan ongetwijfeld vaststellen dat er ergere dingen zijn dan een tijdelijke lockdown.”