100%NL Magazine Jan Dulles column
Zie ook:
Delen

Jan Dulles: ‘Ik heb een caravan gekocht, ik ben een ‘gewone man’ geworden.’

De zanger van de 3JS geeft ons elke editie zijn visie op het leven. Deze keer laat hij weten dat hij een caravan heeft gekocht. 'Ik ben een 'gewone man' geworden.'

Editie: September/Oktober 2020

Laten we het weer eens over het weer hebben. Er is nergens ter wereld een land waar mensen vaker over het weer praten dan in Nederland. ‘Lekker weertje hé!?’ roept dagelijks een voorbijganger naar me als ik op mijn terrasje zit. ‘Jaaaa, het is nou effe lekker hè!’ schreeuw ik hem achterna. Of als het een bekendere persoon is: ‘Nou zeg dat! Dit tot de kerstdagen en dan nog een stukje warmer…’ met het stemgeluid van een oud Volendams vrouwtje dat de was te drogen hangt. En dan dom lachen naar mekaar: ‘Hahahaaaaiiii’…. Een ‘weerpraatje’ is een soort synoniem voor een gesprek dat, al dan niet bewust, nergens over gaat.

We hebben dit jaar het droogste voorjaar aller tijden gehad in Nederland. Wij, de Watermensen, de beste dijkenbouwers van de wereld, de droogleggers… Wij zijn daar blijkbaar zó goed in dat als we iets eenmaal drooggelegd hebben, we het met geen mogelijkheid meer nat kunnen krijgen, ondanks dat ons land voor het grootste gedeelte ónder water ligt. De boeren klaagden zoals gewoonlijk op het journaal over de mislukte oogst die eraan zat te komen, met afsluitend een voorspelling van bepaalde weerkenners dat het waarschijnlijk een extréém hete zomer ging worden. Maar ze kunnen het weer voor het komende uur niet eens voorspellen, laat staan de rest van de zomer. En dat bleek ook: juni en juli werden zeer wisselvallige maanden met af en toe wat zon tussen de buien door… En toen was het weer te nát volgens die boeren.

Sommige dingen moeten nooit veranderen. Dit zijn dus het soort niks-zeggende en weinig wetenschappelijk onderbouwde klimaatpraatjes die ik ook ga hebben met mijn buurtjes als ik vanaf nu iedere zomer op de camping zit. Ik heb namelijk een caravan gekocht. Echt waar. Ik ben een ‘gewone man’ geworden. Sinds ik een kind heb en als je dit leest waarschijnlijk ook al een tweede, is er veel veranderd. Ik was een wereldreiziger. Een zigeuner. Ik wilde zoveel mogelijk van de wereld zien en waar ik mijn jas ophing was ik thuis. Nu niet meer. De coronacrisis heeft zo zijn invloed gehad. Ik ben in landen en steden geweest waarvan ik nu denk: fijn dat ik het een keer gezien heb maar liever niet nóg eens. Of landen die ik op mijn bucketlist had, China, het land waar ze vleermuizen en straathonden eten, wilde ik altijd nog eens zien. Nu denk ik: ik kán niet naar China, ik WIL niet naar China… daar doen ze zo eng. En ik heb getwijfeld over België. Omdat iedereen daar lacht. Maar die lach zie je niet achter een mondkapje.

Dus ik besloot, zoals zoveel gewone Nederlanders deze afgelopen zomer, een standplaats te zoeken in ons eigen kikkerlandje, met z’n knotsgekke wisselvallige weertje. ‘Het mooiste van vakantie is teruggaan naar je eigen huis’, zei mijn moeder altijd. Ze houdt van spreuken en niet van vakantie. Ik vond dat haar slechtste spreuk. Nu niet meer. Nu ben ik die ‘gewone man’ die op de dijk zit op een terrasje, en zegt tegen de mensen naast ‘m: ‘Als je in een vreemd land op vakantie bent en je vindt een haventje als dit, dan praat je er over 50 jaar nóg over. Wij zijn wel góed gek dat we duizenden euro’s uitgeven om zo’n plekje te zoeken in het buitenland. We wonen in een vakantieoord.’

Het zou je daarom nu niet moeten verbazen dat ik tot het besluit ben gekomen om met mijn caravan op een camping te staan in – nou komt-ie – Edam! Op loopafstand van m’n eigen huis, aan hetzelfde stukje IJsselmeer. Zo kan ik in ‘t vervolg van maart tot oktober op de camping zitten, vakantie vieren en het leven leven alsof het de laatste dag is. Mits het mooi weer is natuurlijk. Ik ga niet in de regen zitten. Dan ben ik binnen vijf minuten weer thuis. ‘Je weet het nooit met dat wisselvallige klote-weer hier hè.’

De laatste column van Jan Dulles gemist? Je leest het hier!

Delen