Natas: 'De verhalen over depressieve tieners worden steeds verdrietiger'
Zie ook:
Delen

Natas: ‘De verhalen over depressieve tieners worden steeds verdrietiger’

Natasja (53) woont met haar man Julian (58), dochters Mila (18) en Shanna (15) en hond Ruby onder de rook van Amsterdam. Wekelijks schrijft zij over wat er speelt op werk, thuis, onder collega’s vrienden, familie en vage kennissen. Deze week lopen binnenshuis de gemoederen behoorlijk op.

24 februari 2021

We zijn nog niet koud van het ijs af of er worden ‘tropische’ temperaturen aangekondigd. Van min 10 naar plus 18 in een kleine week. Ook binnenshuis lopen de gemoederen hoog op. Als ik op dinsdagavond thuiskom van werk, leest Julian mij een mail voor die Mila aan haar mentor heeft gestuurd. Iets over een opdracht die ze niet heeft kunnen inleveren omdat ze in het weekend door het ijs gezakt is en haar telefoon het niet meer doet. En nee, ze beschikt niet over andere middelen om het toch voor elkaar te krijgen. Ik – normaal de redelijkheid zelve (haha) – ontplof. Ze heeft godver de godver helemaal niets te doen, geen enkele verplichting. Maar erger dan dat, vind ik het liegen. En de onnozelheid van de leugen. Als ik haar ermee confronteer als zij thuiskomt, zegt ze niet Ja sorry stom, had ik niet moeten doen… Maar gaat ze helemaal los op het feit dat het niet oké is dat wij haar mail lezen. Even for the record: die mail ligt open, op de iPad van Julian, op de eettafel. Het loopt hoe dan ook helemaal uit de hand. Met heel veel lelijke dingen die over en weer worden gezegd en uiteindelijk een glas water dat in mijn gezicht wordt gegooid. Een glas water! A – Waarom zitten we aan het water? en B – Welke idioot gooit er als er niet gefilmd wordt een glas drank in iemands gezicht? Het is dat je altijd pas later de grappigheid van dit soort situaties inziet. Op dat moment ben ik zo vreselijk boos, dat ik als ik haar te pakken had gekregen, ik haar waarschijnlijk een klap had gegeven. Maar ze voorvoelt het, rent rondjes om het kookeiland en ontduikt de tas – haar tas – die ik naar haar hoofd gooi.

De vrolijke flierefluiter is de meest irritante wandelaar

Vreemd genoeg hebben we het uitgepraat voordat Julian uit de loods komt waar hij aan het werk is. Ik denk dat we ergens allebei voelen dat we te ver zijn gegaan. Het is ook zo uit het niets, want we gaan eigenlijk nu juist zo lekker samen. Julian doet wat hij doet als het lastig wordt; of zijn neus bloedt. Bloedirritant en dus word ik woest op hem. En hoewel we ook dat min of meer recht praten, zit er de volgende morgen niets anders op. Ik moet de pleuris eruit lopen. En ik ben weer niet de enige. Het is druk op de wandelpaden. En de wandelaars komen in alle soorten. De ik werk terwijl ik wandel wandelaars die hun hele vakjargon over de paden schreeuwen. De boze lopers; kordate stappen, de armen druk meebewegend. De treurige met de blik naar de grond, de schouders gebogen, diep in hun akelige gedachten verzonken. En de irritantste, vooral als je zelf een combi van de boze en de treurige bent; de vrolijke flierefluiter. Grote gelukzalige uitdrukking op het gezicht, de verrekijker in de aanslag op zoek naar de bonte boomkleef specht. Hij moet het doen met mij, de opstandige pimpelmees. Bah, ik vind mezelf stom en knap nauwelijks op van dat hele stuk lopen.

Ik ben blij dat ze pret hebben en laat ze

Vrijdag gelukkig weer naar kantoor, waar ik de hele ellende eruit gooi. Dat lucht wel op. Voortaan gewoon weer werken in plaats van wandelen. Ik heb te doen met al die mensen die uitsluitend thuis werken. Op zaterdag bén ik die irritante vrolijke flierefluiter. Het is volop lente en ik ben met Paula die als een Teletubbie van een groen heuveltje in de waterleidingduinen huppelt, terwijl haar rugtasje vrolijk rinkelt van de kleine flesjes rosé. Het is met mijn humeur net als met het weer: het kan vriezen en het kan dooien. Zaterdagavond staat Shanna nog laat met een paar vriendjes en vriendinnetjes te dansen. Ik ben blij dat ze pret hebben en laat ze. De verhalen over depressieve tieners worden steeds verdrietiger. De mijne zijn bij tijd en wijle strontvervelend en lamlendig, maar neerslachtig zijn ze niet. Dat wil ik graag zo houden. Zondag sta ik net als de rest van Nederland in de tuin de tuinstoelen schoon te boenen. Ik hoor een vreemd getik, kijk naar boven en verrek, als dat de bonte boomkleef specht niet is!

De week van Natas vorige week gemist? Je leest het hier.

 

Delen