2 juni 2021
Dit weekend voelt als een minivakantie. Het weer is eindelijk zoals het moet zijn. Julian vertrekt met vrienden naar Mallorca. Mila doet haar laatste examen en stort zich op het vieren dat het over is. Shanna sleept Mila’s bureau uit haar slaapkamer. Iets waarvan Mila al maanden roept dat dat het eerste is wat ze doet, zodra de examens voorbij zijn. De prioriteiten lagen toch anders. Ik laat het en haar los. Ruim een jaar na haar 18de verjaardag, moet ze maar eens lekker gaan feesten. We gaan met z’n drieën lunchen op een fijn terras met heerlijk eten en waanzinnig slechte bediening. Het zullen de opstartproblemen zijn. Op zondag vaar ik met een stel vrienden door de binnenstad van Amsterdam wat opvallend relaxed is doordat de rondvaartboten nog niet varen. Ik ben alleen maar buiten en aan het genieten van hoe mooi alles is nu de natuur volledig in bloei staat en de zon volop schijnt.
De baarden worden steeds langer
Iets wat ook in volle bloei is, maar waar ik minder vrolijk van word, is de wildgroei aan baarden. Op fietsen, boten, in zwembroek, driedelig pak, van piepjong tot stokoud. Vroeger waren het alleen Jan, Piet, Joris en Corneel die baarden hadden. Echte mannen, ruige zeebonken. Tegenwoordig heeft alles wat hip of heilig is, een baard. En hoe langer de trend duurt, hoe langer die baard wordt. Ik verlang terug naar de tijd dat ze bij biologieleraren hoorden. Dat we dat vies vonden en om die reden het vak lieten vallen. Ik hoopte dat die sadistische geloofsgek uit Ruinerwold ervoor zou zorgen, dat mensen inzien dat mannen met baarden iets akeligs te verbergen hebben. En uit angst om met hem geassocieerd te worden, ze de haren eigenhandig uit hun kin zouden trekken. Ik vertrouw ze niet; mannen met baarden. En daarom had ik volledig begrip voor Beau die de door-wauwelende Jezus Leeft Voorman inclusief lange baard, minder vriendelijk verzocht te stoppen met zijn ge-plopperdeplop. Tot zover mijn ambitie om talkshow host te worden.
Eindelijk geprikt!
Dinsdag, de eerste dag van de nieuwe maand, de eerste dag van de meteorologische zomer, krijg ik de vaccinatie. Mijn geboortejaar heeft mazzel en is er met het Janssen vaccin in één keer van af. Op de plek waar hopelijk binnenkort weer gillende gitaren te horen zijn; het Afas Theater, klinkt een rustgevend muziekje. Het inschrijven en prikken loopt als een geoliede machine. Voordat ik het weet zit de prik in mijn arm en sta ik na de verplichte 15 minuten wachten, weer buiten. Zonder pleister! Als iemand mij belangrijk genoeg had gevonden om een chip te injecteren (er zijn mensen die dat geloven), dan had er toch minstens een klein drupje bloed uit mijn arm moeten komen toch? Deze eerste juni stapt ook mijn zus Terry op de boot om vanaf het Italiaanse eiland waar zij woont, langzaam deze kant op te komen en geprikt te worden. Ik voel aan mijn water dat het niet lang meer duurt voor we terug zijn bij ons oude normaal. Maar ook dat daar de komende tijd waarschijnlijk zelden water aan te pas zal komen. Proost!
Natas van vorige week gemist? Je leest het hier!